Bert Hellinger is de grondlegger van familieopstellingen.

Wat een grote leermeester is hij.

Bert Hellinger heeft vele boeken geschreven.

Ik heb een boek van hem gevonden, waarin Hellinger over de ziel schrijft.

“Die Quelle braucht nicht nach dem Weg zu fragen”.

Ik heb meerdere passages over ziel en bezieling gevonden.

Het onderstaande gaat over de ziel.

Hier en daar heb ik een klein beetje toegevoegd.

Wat schrijft Bert Hellinger over de ziel?

Tevreden

Mensen hebben een ziel.

Anders zijn ze dood.

Dieren hebben een ziel.

Anders zijn het kadavers.

Bloemen, bomen en planten hebben een ziel.

Samen ademen we hun zuurstof in.

Organisaties hebben een ziel.

Als we organisaties dienen, verdienen we ons geld.

Afdelingen hebben een ziel.

Ze geven ons verbondenheid.

Klassen op school hebben een ziel.

Ze geven ons een veilige leeromgeving.

Families hebben een ziel.

Ze geven ons verbondenheid, leer- en leef- en groeiruimte.

Clubs en verenigingen hebben een ziel.

Ze geven ons verbondenheid en ontspanning.

Politieke partijen hebben een ziel.

Ze geven ons een stem.

Landen hebben een ziel.

Ze geven ons dagelijkse inbedding.

Continenten hebben een ziel.

Ze geven ons besef.

Wij zijn de wereld.

De wereld heeft een ziel.

De ziel van de wereld dat is de ultieme grote ziel.

Misschien is het God die deze ultieme grote ziel omarmt.

We worden allemaal in dienst genomen door deze grote ziel.

Deze grote ziel bepaalt waarvoor je in dienst genomen wordt.

Sommigen hebben een aangename dienst.

Sommigen hebben een zware dienst.

Sommigen hebben een helende dienst.

Sommigen hebben een verstorende dienst.

Sommigen hebben zelfs een verschrikkelijke dienst.

Welke dienst je ook hebt.

Je hebt dienst.

Vanuit de grote ziel bezien is het voor iedereen eenzelfde dienst.

Niemand kan zich tegen deze grote ziel en diens dienst verzetten.

Zodra je beseft waarvoor je in dit leven in dienst bent genomen, als je dit helemaal kunt inademen en als je dit ten volle leeft, dan ben je in vrede met de grote ziel.

Daar word je een tevreden mens van.

Wat is de ziel?

De ziel heet in het Latijns ‘Anima’.

Het is datgene wat het animale leven inblaast en mogelijk maakt.

Het is dat wat alles wat leeft bezielt en leven mogelijk maakt.

De ziel, dat is niet iets individueels, het is niet iets dat jij bezit of hebt.

Het heeft jou.

Jij neemt deel aan de grote ziel.

Jij bent een deel van de grote ziel.

Deze grote ziel stuurt de evolutie.

De evolutie wordt aangestuurd door iets alwetends en dat is de grote ziel.

Als je toegeeft aan de grote ziel, dan groei je.

In het dagelijkse leven zijn we vaak het contact kwijt met onze ziel en met de grote ziel.

Het vraagt opheldering; het door loutering helder in jezelf worden.

Het hoogste goed van de ziel

Wat is voor de ziel het hoogste goed?

Voor zieken en artsen is gezondheid het hoogste goed, maar niet voor de ziel.

Voor velen is het leven het hoogste goed, maar niet voor de ziel.

De ziel luistert anders; het luistert nauwer en het luistert vooral naar beiden.

Voor de ziel is zowel gezondheid als ziek zijn even waardevol en van even grote betekenis.

Voor de ziel is te zijner tijd ook het sterven waardevol en van even grote betekenis.

We kunnen het leven niet vasthouden, laat staan het leven over de tijd heen tillen.

Wat zin geeft is het meegaan met de stroom van het leven en met de stroom van de dood.

Deze stroming bevat heelheid, heling, ziek zijn en sterven.

Licht en schaduw horen bij elkaar.

Leven is groeien door met de stroom mee te gaan en door te zijn bij wat nu is.

De drie wetmatigheden van de ziel

Je wordt geboren in een familie; dit is een heel systeem; meestal t/m. 3 generaties terug.

• Iedereen heeft het volste recht om erbij te horen. Ze horen er immers al bij. Maar meestal worden enkelen buitengesloten. De kracht van erbij horen is groter dan de kracht er niet bij te mogen horen. Een later gezinslid zal vaak later de uitgestotene vertegenwoordigen. Een geweigerd lot zal ook telkens terugkeren.
• Eerst komt, eerst maalt. Degenen die er eerder waren hebben voorrang voor degenen die later komen. Je hebt dus je ouders en je grootouders te achten. Als je het lot van je ouders gaat meehelpen te dragen, neem je hun rol en deels hun leven over. Hun leven en hun lot is aan hen. Dat komt je duur te staan
• Geven en ontvangen moet in evenwicht zijn. Te veel geven of te veel ontvangen leidt tot onbalans. Men leze eenzaamheid of ziekte. Balans is meedogenloos. Het is letterlijk alles of niets en het eeuwige zoeken naar het juiste midden.

Waar is je ziel?

Op het moment van jouw conceptie zijn jouw ouders bij elkaar.

Beide ouders zijn bezield en bedrijven liefde.

Het is een heilig moment, waarin alles bij elkaar komt en jij met alle liefde dit leven begint.

Vanaf je eerste lichaamscel is de ziel al bij je.

Anders zou je de eerste paar weken of maanden een levenloos lichaam zijn.

Vanaf het allereerste begin is jouw ziel al groter dan jouw eerste lichaamscel.

Je ziel zit niet in jouw lichaam, maar jij bent -altijd- in je ziel.

Je ziel was er al, voordat jouw lichaam ontstond.

Het wacht liefdevol op je.

Uit Bert Hellinger: “Die Quelle braucht nicht nach dem Weg zu fragen”.

Wil je je een dagje onderdompelen in ziel en bezieling en lekker bijtanken?

Klik dan op Bezieling in 1 Dag

Cheers,

Bodo

P.s. delen wordt gewaardeerd en reacties zijn welkom.