Het is vakantie.
Da’s een heerlijk moment voor een plonsje, een slokje en een hapje in de zon.
Beetje smeren, wentelen, dobberen, koken, koesteren en frisbeeën.
Samen eten is voeding voor het hart en de familieziel.
Boeken lezen is voor mij voedsel voor mijn ziel.
Ben wat oudere boeken op het spoor gekomen van Bert Hellinger.
Zo zoek ik naar de essentie van familieopstellingen.
Eén daarvan is het boek van Bert Hellinger “Die Mitte fühlt sich leicht an” uit 2001.
Vertaald in het Nederlands: “Het midden voelt licht aan”.
Mijn moeder was Duitse, daarom is Duits letterlijk mijn tweede moedertaal en lees ik Duitse boeken lekker makkelijk weg.
Ik kwam op het idee om oudere boeken van hem te lezen.
Dan wordt me misschien duidelijker hoe zijn manier van kijken, luisteren ervaren is ontstaan.
Misschien krijg dan wat meer zicht op de essentie van familieopstellingen.
Er zijn een paar kwartjes gevallen.
De essentie van familieopstellingen ligt in het functioneren van groepen
Er zijn groepen mensen.
Op scholen, in gezinnen, in verenigingen, in ondernemingen, in politieke partijen, overal zijn groepen.
Ook al heeft een groep dezelfde oorsprong en ontstaansgeschiedenis, individuele leden kunnen zich compleet anders gedragen.
Twee personen uit één groep of uit één kunnen qua mening en gedrag lijnrecht tegenover elkaar staan.
Beide personen vinden, dat ze juist en zuiver handelen.
Ze vinden beiden, dat ze handelen naar eer en geweten.
Er is een eer en geweten, waarvan ze weten.
Dit is een eer en geweten, dat aan de oppervlakte ligt.
Maar blijkbaar handelen ze naar een eer en geweten, waarvan ze zelf weinig weten.
Het is een onbewust eer en geweten, maar de krachten van deze onbewuste drijfveren zijn veel groter, dan de krachten van het bewuste eer en geweten.
Op pagina 73 neemt hij een aanloopje:
Wil je me vertellen wat vrijheid is?
Welke vrijheid vroeg de meester?
De eerste vrijheid is die van de dwazen.
Die gedraagt zich als het paard dat de ruiter van zich af werpt.
Des te sterker zoekt hij daarna houvast.
De tweede vrijheid is die van de rouw.
Die gedraagt zich als de stuurman die na de schipbreuk bij het wrak blijft in plaats van in de reddingsboot te klimmen.
De derde vrijheid is het inzicht.
Dat komt na de dwaasheid en de rouw.
Die is als een halm die wiegt in de wind en buigt waar het zwak is en zich zo staande houdt.
Is dat alles vroeg de leerling?
Daarop antwoordde de meester:
Sommigen zijn in de veronderstelling dat ze naar de waarheid in hun ziel zoeken.
Maar de grote ziel denkt en zoekt door hen heen.
Net zoals de natuur kan ze zich veel vergissingen veroorloven want ze verplaatst foute spelers voortdurend door nieuwe.
Maar als je de natuur door je heen laat denken geeft ze je soms wat speelruimte en net als een zwemmer die zich laat drijven op de rivier draagt ze hem met vereende krachten tot aan de oever.
Prachtig, maar ik zie nog niet wat de essentie van familieopstellingen is?
Veel mensen die bekend zijn met opstellingen weten, dat het gaat om 3 principes.
De 3 principes bij opstellingen:
- Binding. Iedereen heeft het volste recht om erbij te horen
- Volgorde. Er is een rangorde. De oudsten komen het eerst.
- Evenwicht. Geven en ontvangen dien in balans te zijn.
Ik ben op zoek gegaan naar wat deze 3 principes met elkaar verbindt.
Wat is de oorsprong van de 3 principes binding, volgorde en evenwicht?
De oorsprong van de 3 elementen bij opstellingen is gelegen in groepen en groepsdynamica.
Vertaald (blz. 81 en 82):
Elke groep heeft een geweten.
Het doel van dit geweten is het veilig stellen van het overleven van de groep.
Ongeacht de voorwaarden van dit geweten.
Dit geweten staat niet boven de groep en ook niet boven hun vertrouwen of wantrouwen.
Het geweten staat in dienst van de groep.
Net zoals een boom de standplaats niet bepaalt waar het groeit, of het zich ontwikkelt in een open veld of in een bos, of in een beschut dal dan wel op een hoogte waar het altijd waait, zo voegt een kind zich zonder vragen te stellen in het gezin van herkomst en hecht zich aan dit gezin met een kracht en consequentie die alleen met inprenting te vergelijken zijn.
Deze binding wordt door het kind beleefd als liefde en geluk, ongeacht de manier waarop het in dit gezin opgroeit en hoe het ook moet afzien.
Het geweten reageert op alles dat deze uitdaagt of in gevaar brengt.
Vandaar, dat we een goed geweten hebben als we ons zo gedragen dat we ervan verzekerd zijn erbij te mogen horen.
En we hebben een slecht geweten, als we op een manier van de voorwaarden van de groep afgeweken zijn dat we bang moeten zijn het recht erbij te horen gedeeltelijk of geheel verspeeld te hebben.
Dit zijn 2 zijden van het geweten en beide zijden dienen één doel.
Net als suikerbrood en zweep trekken ze en drijven ze ons in dezelfde richting.
Ze verzekeren ons van de binding aan de wortel en stam.
De maatstaf voor het geweten is dus dat wat in de groep waar we erbij willen horen, geldt.
Daarom hebben mensen die uit verschillende groepen komen verschillende gewetens en wie tot meerdere groepen behoort heeft meerdere gewetens.
Het geweten houdt ons bij de groep, zoals een hond het schaap bij de kudde houdt.
Maar als we in een andere omgeving zijn, veranderen net als bij een Kameleon de kleuren op onze huid om ons te beschermen.
Daarom hebben we bij onze vader een ander geweten, dan bij onze moeder.
En weer een ander geweten in ons eigen gezin en in ons beroep.
En weer anders in de kerk of in de kroeg.
Bij het geweten gaat het altijd om de binding en de liefde voor verbinding en gehechtheid en om de angst voor buitensluiting en verlies van de groep.
Hij beschrijft de essentie van familieopstellingen.
Op blz. 99 komt Bert Hellinger tot de essentie van familieopstellingen en bij het werken met opstellingen.
Twee soorten kennis
Een geleerde vroeg aan een wijze
hoe het enkele zich in het geheel voegt
en hoe kennis over het vele
verschilt
van de kennis over overvloed.
De wijze zei:
“Het wijd en zijd verspreide woord wordt één geheel,
als het zijn centrum vindt en geconcentreerd werkt.
Want pas als er een centrum is, wordt het vele wezenlijk en echt,
en de volheid ervan lijkt haast eenvoudig,
bijna klein,
als kalme kracht naar het volgende, dat onder blijft
en dichtbij wat het draagt.
Om volheid te ervaren of mede te delen,
hoef ik daarom niet elk stukje
te weten
te zeggen
te hebben
te doen.
Bert Hellinger geeft in dit boek een aardig inkijkje in zijn humor.
Het oordeel
Een rijke man stierf en eenmaal aangekomen bij de hemelpoort vroeg hij om toegang.
Petrus deed open en vroeg de man wat hij wilde.
De rijke man zei: “Ik had graag een eerste klas kamer met een mooi uitzicht op de aarde, elke dag mijn lievelingsgerecht en dagelijks de nieuwste krant”.
Aanvankelijk verzette Petrus zich een beetje, maar toen de rijke man ongeduldig werd, bracht hij de rijke man naar een eerste klas kamer, bracht hij hem zijn lievelingskostje en de nieuwste krant, draaide zich om en zei: “over duizend jaar kom ik weer” en sloot de deur achter zich.
Na duizend jaar kwam Petrus terug en keek door het luikje van de deur.
“Daar ben je eindelijk” riep de rijke man, “de hemel is verschrikkelijk!”
Petrus schudde zin hoofd.
“Je vergist je” zei hij.
“Hier is de hel”.
Tot slot op blz. 114 nog een kort verhaaltje over de ezel:
Een beroemde filosoof nam het standpunt in dat een ezel die precies in het midden tussen 2 even grote balen hooi staat die allebei even goed ruiken en er even goed uitzien zeker verhongeren zal, omdat de ezel niet kan beslissen van welke baal hooi te eten.
Toen een boer dat hoorde zei hij: “Dat gebeurt alleen bij een filosofische ezel. Een echte ezel eet in plaats van één van beiden -deze of gene- gewoon van beiden.
De essentie van familieopstellingen
Wil je de essentie van familieopstellingen ervaren?
Dat kan tijdens een masterclass van 1 dag.
Cheers,
Bodo