Bert Hellingers deze en gene zijde
Bert Hellinger schrijft in zijn boeken regelmatig over deze en gene zijde.
In de dagelijkse spreektaal hebben we het er ook wel eens over.
“Aan de ene kant is het mooi weer, maar aan de andere kant . . . ”
Hoe zit het met aan deze en aan de andere kant?
Wat is ‘deze zijde’ eigenlijk?
En wat is gene zijde en waar is dat?
Kun je daar gewoon komen?
Kunnen zij hier komen?
Kun je iets bestellen?
Hoe dan?
Deze en gene zijde is er in vele soorten en maten
Op vrijdagavond een mooi stuk Kabeljauw en saus erbij met garnaaltjes, mosselen en die wat grotere foreleitjes die in je mond lekker stuk knappen in een romige witte wijn saus.
Daar serveerde mijn moeder krieltjes bij met verse dille.
Of op zondagavond Coq au Vin, zelf platgeklopte en gepaneerde Schnitzel met een dun schijfje citroen erop of hachee die de dag ervoor al langzaam en liefdevol stond te garen, zodat die lekkere geur me de hele dag al verleidde.
In het weekeinde kookte mijn moeder één dag heel erg lekker.
We woonden in Brabant, je weet weel waar ze asperges kweken die we dan op zaterdagavond opaten.
Mijn moeder kookte niet gewoon zo maar asperges.
Het was een heel ritueel.
Zij jaagden er niet in hun eentje op, maar altijd samen.
Mijn ouders kochten asperges bij verschillende boeren.
Zo werd jarenlange wijsheid vergaard, welke boer de allerlekkerste asperges had.
Doet ie het wel of niet en als ie het doet, wanneer heeft ie ze dan weer?
De favoriete boer werd in het voorjaar nauwlettend in de gaten gehouden.
Als het had gekund, hadden ze er een webcam opgehangen om online te volgen wanneer Boer Harmsen weer verse asperges had.
Wat waren ze elk jaar trots op het witte goud dat ze vers geoogst mee naar huis mochten nemen.
Dit ritueel speelde zich `s ochtends vroeg af, want ze wilden er als de kippen bij zijn om als eerste klant die dag de asperges uit te kunnen kiezen met precies de juiste dikte.
De ene asperge is namelijk de andere niet.
Van die dunne asperges blijft amper wat over bij het schillen, maar van de schillen maakte mijn moeder Aspergesoep.
Je wilt ook niet van die dikke boomstronken, want die zijn te houterig.
Ze moesten gemiddeld dik zijn en die ochtend vers gestoken.
Alleen dan werden ze na een kritische inspectie door mijn ouders liefdevol geadopteerd.
Zo’n kilo hadden ze in een Maxi Cosi mogen neerleggen, zo kostbaar behandelden ze hun pasgeboren voorjaarsliefde.
Thuis werden die lieve schatjes met hun half transparante babyhuidjes ingebakerd in een natgemaakte theedoek.
Ze werden zachtjes wiegend neergelegd op een fluwelen handdoek in de donkere kelderkast die altijd wat koeler was dan de woonkamer.
“Dag lieve schatjes, slaap zacht, tot zo, en ssssstttttttt” werd voorzichtig de deur van de kelderkast dichtgedaan.
`s Middags werden de krieltjes geraspt, daar had mijn moeder een handig hulpstuk voor bij de mixer.
Beter vlees van gene zijde
Bij de vakslager werd rauwe en gekookte ham gekocht.
Niet in Nederland, maar aan gene zijde, dus over de grens daar in Duitsland.
Mijn moeder kon met haar Duitse achtergrond flink tekeer gaan over het vlees bij de Nederlandse slagers.
Dat vond ze niet lang genoeg uitgehangen.
Jullie Nederlandse schlagers zijn te krenterig, die willen het vlees te schnell verkopen ja, daarom is het een klein bißchen te waterig, dann weegt het meer und kost es mehr.
In 1975 had ze het al over plofham.
“Dit schwein had een waterhoofd” zei ze dan.
Daarom haalde ze liever vlees van de andere kant van de grens.
Super gezellig vond ik dat, want dan gingen we meteen even langs oma en opa.
Daar haalde ze Aufschnitt, waaronder ham voor de asperges, want deze kostbare schatjes verdienden alleen het allerbeste vlees.
Deze delicatessen werden uiteraard niet even tussendoor aan de keukentafel weggesnackt.
Het was speciaal daar aan de andere kant van de grens naar deze kant meegenomen.
Ja solche leckere schinken hebben ze hier echt niet hoor zei mijn moeder dan.
Terwijl ze haar ogen sloot, knuffelde ze even met Duitsland.
We namen er de tijd voor aan de eetkamertafel.
Die was groot en van een speciaal hout gemaakt, geïmporteerd uit Brazilië.
Da’s pas ver weg, het klinkt haast nog verder weg dan gene zijde.
Een andere wereld
Als meisje van 17 en 18 jaar zat mijn moeder op een exclusieve meisjesschool.
Daar leerde ze etiquette.
Ze heeft het één keertje voorgedaan.
Haar ogen gingen een beetje schichtig heen en weer.
Ik zag haar een beetje verstijven, alsof ze ter plekke bang werd op haar kop te krijgen.
Kaarsrecht moest ze zitten met een boek op haar hoofd en wee haar gebeente, als dat boek op de vloer viel.
Ze moest ook nog een boek tussen haar beide ellebogen en haar lichaam geklemd houden.
Jeetje zeg, toch niet van deze wereld wel?
Dan leer je vanzelf om kleine hapjes met je vork vast te prikken en die vork helemaal van je bord naar boven naar je mond te brengen.
Voorzichtig sneed ze een stukje vlees af, want het boek op haar hoofd mocht niet wiebelen.
Daarna stopte ze het in haar mond.
Het kauwen en doorslikken deed ze ook heel voorzichtig.
Ze vertelde dat als er ook maar één boek op de grond viel, dat je dan je bestek zachtjes en beleefd op je bord neer mocht leggen en dan ging je zonder eten naar bed.
“Excuseer me alstublieft voor het vroegtijdig verlaten van deze heerlijke avonddis” moest ze dan zeggen.
Out of space; ik keek haar vol ongeloof aan.
“Van de andere kant kreeg ik dan stiekem van de kok wel eens een boterham met boter hoor” vertelde ze.
Met het rieten stokje
“En weet je hoe het er op school aan toe ging” vroeg ze?
“Als je bij een proefwerk iets met een grammaticafoutje schreef, kreeg je meteen een één” zei ze.
“Een spelfout maken in je moedertaal was in die tijd total unmöglich en werd gezien als respectloos; dan was je zogenaamd total unverschämt gegen deine Muttersprache.
“Wat een andere wereld” zei ik.
En ze vertelde verder over deze wereld die ik totaal niet kende.
“Eén keer zat ik tijdens de les wat te dagdromen en was ik kringen en cirkels in mijn schrift aan het tekenen”.
“Opeens stond de leraar naast me en vroeg me wat ik daar aan het doen was”.
En met zijn aanwijsstokje tikte hij in mijn schrift.
“Ik zat met mijn gedachten heel ergens anders, schrok me helemaal wezenloos en riep dat mijn muisjes door die gaatjes waren weggerend”.
“Daarop werd de leraar super boos” zei ze en ze legde uit, dat je echt niet zomaar tegen alles en iedereen ‘jij’ kon zeggen.
Iedereen werd met ‘u’ aangesproken.
“Was soll denn dieser Quatsch” raasde de docent.
“Sie haben ja gar nicht aufgepasst Fräulein Rossow und jetzt kramen Sie auch noch diesen Quatsch aus”.
Voor straf moest ze haar handen uitsteken en prompt kreeg ze met het rieten stokje van haar docent op haar vingers getikt.
Het was een andere wereld in een andere tijd.
Onze wereld en hun wereld
En ik zag mijn moeder inderdaad kaars rechtop zittend met beide ellebogen naast haar zij een asperge snijden.
Twee stukjes prikte ze aan haar vork en de vork ging naar boven naar haar mond.
Mijn vader en moeder proostten even en namen er een slokje witte wijn bij.
Moesel, gekregen van haar moeder.
We aten ook niet zoals de meeste Nederlanders om half zes.
“Dann rutscht ja gerade der Kaffee mit Kuchen runter” zei ze.
Eigenlijk vond ze zo vroeg eten meer voor arbeiders en dat was duidelijk onze wereld niet.
Wij waren de juiste wereld en arbeiders vond zij een andere wereld waar je niet bij wilde horen.
Het eten was bij ons thuis altijd een moment van gezamenlijkheid.
Niet schrokken, maar netjes eten.
We hoefden niet zoals mijn moeder met boeken onder de arm te leren eten, maar wel graag netjes.
Niet praten met volle mond en je bord netjes leeg eten van voren naar achteren.
En je eet minimaal 3 spruitjes op.
Als je ergens anders gaat eten, krijg je ook wel eens iets wat niet lekker is en het is super onbeleefd om er een kots-gezicht bij te trekken en alles te weigeren.
“Later in het leven gebeurt er ook wel eens iets dat tegenvalt en daar moet je dan toch ook mee zien om te gaan lieve schat” zei mijn moeder dan.
De eetkamertafel stond bij ons voor samen en voor met aandacht en liefde bereid eten.
Anders dan anders
Ik kwam natuurlijk wel eens bij vriendjes over de vloer.
Bij elk vriendje voelde het thuis anders en overal gaat het er aan tafel net even anders aan toe.
Bij het ene vriendje voelde het meer anders en bij het andere vriendje voelde het minder anders.
Dan voelde het meer als wij bij ons thuis.
Bij ons thuis is aan deze kant, aan deze zijne, en bij anderen thuis is aan aan de andere kant, dat is gene zijde.
Stel, dat ik 10 dezelfde rijtjeshuizen laat bouwen en ik richt ze voor 100% identiek in met Ikea.
Daarna ga ik 10 gezinnen zoeken met allemaal een vader, moeder, zoon en dochter met dezelfde leeftijd.
Nadat deze gezinnen één jaar in één van deze 10 huizen wonen, ga ik ze bezoeken.
Zo op het eerste gezicht ziet alles er hetzelfde eruit.
Toch zal elk huis anders voelen.
Elk gezin heeft een eigen ziel en energie.
En ook hier geldt, dat het ene huis meer anders voelt dan het andere huis.
Blijkbaar hebben we er een gevoel voor wanneer iets aanvoelt als “zoals bij ons” en blijkbaar ruikt het in sommige huizen meer naar zoals bij ons thuis dan in andere huizen.
Sommige mensen en huizen voelen als heel dichtbij en bij hen is aan gene zijde ver weg.
Andere mensen voelen als verder weg en bij hen is deze zijde en gene zijde verder weg.
Als ik mensen ontmoet met wie ik geen klik heb, heb ik ineens het gevoel dat ik aan de verkeerde kant ben en wil ik wel een sprintje naar deze zijde trekken.
Van de verkeerde kant
Ik ben trouwens van de verkeerde kant.
Zo werd dat vroeger genoemd.
Tegenwoordig is gay zijn ok, maar niet in die tijd.
Ik zal een jaar of 10 geweest zijn, toen we na het avondeten van de eetkamertafel opstonden om in de tv-hoek naar “Wie van de Drie” te kijken.
Dat was een hilarisch programma met über gay Albert Mol.
Maar daar hadden we het thuis niet over.
Homoseksualiteit was not bon ton.
Op de één of andere manier kwam er af en toe een donkere man op tv, ik denk dat het Donald Jones was.
Mijn vader ergerde zich daaraan en riep: “ja hoor, gedver zeg, het lijkt wel of er in elk tv programma tegenwoordig een neger moet zitten”.
Ik wist toen nog niet dat ik gay ben, maar die opmerking staat in mijn geheugen gegrift en nodigde niet uit om eens lekker uit de kast te komen.
Het maakte dat als je gay bent, dat je je dan wel heel erg aan de verkeerde kant bevindt.
Aan tafel
De eetkamertafel is bij mij dus best een ding.
Gelukkig staat ie aan deze zijde.
Dat is de plek waar het allemaal gebeurt.
Ik heb met menig cliënt aan tafel gesprekken gevoerd.
Allemaal serious business, net als bij ons thuis vroeger aan tafel.
Bij mij op kantoor heb ik 2 op maat gemaakte tafels.
Ze zijn 50 cm breed en 230 cm. lang.
Naast elkaar ontstaat er één grote tafel van 1 meter breed en 230 cm. lang.
De zaal is ook langwerpig en zo is alles lekker symmetrisch en rustgevend.
Een poos lang was ik nieuwsgierig naar welke klant waarom waar aan tafel gaat zitten.
Dit is wat ik heb ontdekt.
De controlfreaks gaan aan de lange zijde zitten, waar ze de deur van de zaal in de gaten kunnen houden.
Dat zijn de mensen, die in een restaurant met run rug zo dicht mogelijk bij de muur gaan zitten om zo alles te overzien.
Degenen die in de rivier met vertrouwen op een luchtbed op het water durven te gaan liggen, gaan gerust met hun rug naar de deur zitten.
Dan zijn er nog de ‘in betweens’.
Die vind ik het moeilijkste.
Als je bij de controlfreaks rustig blijft, als je praat in concrete woorden en als je simpele afspraken maakt, worden ze rustig.
Degenen met vertrouwen daar heb ik de fijnste gesprekken mee.
De ‘in betweens’ glibberen in mijn ervaring telkens weg, juist op het moment dat ik denk dat er wel vertrouwen kan ontstaan.
En waar ga ik dan zitten?
We zijn gewend om aan de overkant van de tafel te gaan zitten.
Da’s lekker veilig zo’n tafel tussen ons in.
Verbale kots
Ik ben coach.
Een coach helpt.
Klanten komen bij me, als ze ergens klem zitten.
De baas is een klootzak, de partner is vreemdgegaan en de ex is een hex.
De ene scheldt en de ander huilt.
Anyweezzz daar van de overkant van de tafel komt een hele lading sjit mijn kant op.
Als die ander eenmaal los gaat, kan ik het moeilijk stoppen.
Dan voel mezelf zo’n kliko die geen nee kan zeggen en ook nog eens de klep voor je open houdt.
Ik ben visueel ingesteld, dus dan komt er me toch een lading verbale kots of een moesson aan tranen mijn kant op zeg!
Maar zolang ik aan tafel zit, gebeurt alles heel keurig zoals het heurt.
Ik ben die kots en tranen zat, vooral als ik ze frontaal over me heen krijg.
Ik heb mijn haar los gegooid en poep gezegd.
Heb de tafel aan de kant gegooid.
Aan de kant
Nu staan de tafels aan de overkant van de zaal.
Aan gene zijde.
Er staan orchideeën op, want daar hield mijn moeder van.
En ik houd er ook van.
Aan deze zijde van de zaal staan 2 stoelen naast elkaar.
Eén stoel voor de klant en één stoel voor mij.
Door Corona met 2 meter afstand ertussen.
Nu voelt een intakegesprek vanaf het begin meer als samen.
Alsof we zitten te vissen aan de waterkant en allerlei wereldproblemen bespreken.
Dat ik na een poosje kletsen even de thermoskan pak om koffie bij te schenken.
Als de klant boos is, gooit hij of zij die boosheid de zaal in.
Ik kan rustig naast hem of haar blijven staan.
Foto: “Het Waddengebied” met toestemming van www.hansmenninga.nl
Bert Hellingers deze en gene zijde
Terwijl we zitten te vissen, kijken we naar het water dat in de rivier des levens voorbij stroomt.
Als de klant niet meer aan de overkant zit, maar naast me zit, wat is er dan aan de overkant?
Dat is de andere kant.
Gene zijde.
Daar zijn de overledenen.
Als jij ze niet kunt loslaten, ben je te veel bij ze.
Dan ben je niet in het hier en nu.
Dan ben je weg zoals dat heet; ergens anders.
Als je je wel los kunt laten, ben je in het hier en nu.
Dan komen de overledenen af en toe even langs.
Want jij mist hen, maar zij missen jou ook, dus vinden ze het fijn om af en toe even bij je te zijn.
Ze komen vanaf de overkant naar je toe, blijven even bij je en gaan dan weer terug.
Eigenlijk gaat het met alles zo.
Eb en vloed
Het komt, blijft even en gaat weer terug.
Net als eb en vloed.
Het is ook de manier waarop dieren leren.
Al miljoenen jaren lang.
Een hond of een kat probeert het een paar keer.
Als het niet werkt, krijgt een dier een ingeving.
Het dier volgt deze ingeving meteen.
Zo’n beest opent geen Excel sheet.
Het gaat ook geen beslisboom maken.
En ook niet Googelen.
Het volgt gewoon een ingeving.
De mensen die ervoor geleerd hebben, noemen dat instinct.
Wij proberen dat dan weer te begrijpen.
Als een inzicht van de andere kant naar ons toekomt, proberen we dat met onze ratio te begrijpen.
Soms lukt dat, maar lang niet altijd.
Het ego probeert het vast te grijpen en vast te houden.
Dat lukt nog minder.
Jouw ziel behoudt al het goede
Ik zag het ook toen ik de seminars van Bert Hellinger zelf volgde.
Zijn vrouw Sophie en hij hadden liever niet, dat je veel aantekeningen maakte.
Want, dan ben je er niet bij.
Dan ben je niet hier, maar daar.
Alles wat op het podium tijdens het seminar gebeurde, komt van gene zijde zei hij.
Dan is het even bij ons en gaat het weer.
Dat gaat ook zo met de inzichten die je krijgt.
“Laat ze gewoon helemaal door je heengaan” zei Bert Hellinger dan, “jouw ziel behoudt al het goede en dat gaat helemaal vanzelf”.
Als opsteller werkt het ook zo.
Het is de kunst om in het lege midden te zijn, zodat inzichten en ingevingen makkelijker naar me toe komen.
Als ik flink aan het tobben en aan het malen ben, ben ik aan de binnenkant te druk en te vol.
Dan kunnen de inzichten die van gene zijde komen me aan deze zijde niet bereiken.
Alsof ze me bellen en de bezet toon horen.
Appje van de overkant
Aan deze zijde kun je braaf wachten op wat ze je van gene zijde aanreiken.
Je kunt ook vragen stellen aan gene zijde.
Houd er wel rekening mee, dat gene zijde geen Google is en dat je dus nooit in a split second je antwoord hebt.
Sterker nog, dat kan best een paar dagen, weken of maanden duren.
Daar aan gene zijde kennen ze alleen verbinding.
Ze kennen er geen afstand, noch in tijd, noch in kilometers.
Als je met je aandacht bij gene zijde op de deur klopt, wordt er vroeg of laat opengedaan.
Wat je te zeggen hebt wordt gehoord.
Je vraag wordt genoteerd.
Hoe beter je de kunst verstaat aan de binnenkant relaxed te blijven, hoe veel makkelijker het antwoord je kan bereiken.
Dat antwoord kan op vele manieren verpakt zijn.
Soms ontvang je out of the blue een inzicht, een idee of een beeld dat je gewoon voor je ziet.
Dan wordt het je aangereikt op een presenteerblaadje.
Maar je antwoord kan subtieler ergens in verpakt zitten.
Je kunt een idee of een inzicht krijgen, je oog valt ‘toevallig’ op een briefje dat op de grond valt, er klinkt iets door in de stem van iemand die met je in gesprek is, je vangt een woord op uit een reclameboodschap, etc.
Er zijn veel verschillende postduiven, waarmee gene zijde een berichtje kan sturen naar deze zijde.
Noem het een appje van de overkant.
Telkens weer vraagt het van jouw kant om voldoende innerlijke ontspanning om het bericht ook op te vangen en het te lezen.
En wie weet kun je een verzoeknummer aanvragen?
Waar sta jij in Bert Hellingers deze en gene zijde?
Alleen jij kijkt door jouw ogen.
Jij bent het middelpunt van jouw leven.
In dat middelpunt sta jij met jezelf aan deze zijde.
Een eindje verderop is jouw gene zijde.
Dit geldt voor iedereen.
Alle 17,5 miljoen inwoners van Nederland staan met zichzelf aan deze zijde.
En allemaal hebben ze zicht op gene zijde een eindje verderop.
Vroeger, toen de aarde nog plat was, toen was er een letterlijke deze en een letterlijke gene zijde.
Als je maar lang genoeg doorliep, kwam je vanzelf bij het einde van de wereld.
Dan was er alleen nog die hele grote waterval, die je van gene zijde scheidde.
We weten nu, dat de aarde rond is.
Er is dus geen letterlijke fysieke dimensie van deze zijde.
Er is ook geen letterlijke gene zijde.
Het zijn energievelden.
Verdwalen is trouwens niet handig.
Hoe meer je op een relaxte manier in het hier en nu blijft, hoe makkelijker het naar je toe komt.
Minder snel dan dat je met een drammerig ego zou willen.
Veel origineler, dan je met die machinekamer tussen je oren had bedacht.
Veel makkelijker ook.
En blijvend.
Cheers,
Bodo
P.s.1: Er is een e-boek, dat je gratis kunt downloaden.
De andere e-boeken daar moet je voor betalen.
Maar dit e-boek is gewoon gratis.
Klik op Een eerste gratis kennismaking met opstellingen.
P.s. 2:
Wil je ‘Bert Hellingers deze en gene zijde’ live meemaken?
In elke familieopstelling klinkt Bert Hellingers deze en gene zijde door.
Je kunt dit zelf meemaken en aan den lijve ervaren.
Dat is een super geschikte manier om een opstelling mee te maken.
Kun je meteen een concrete familieopstelling ervaren, een loopbaanopstelling, een zzp-opstelling of een organisatieopstelling.
En wie weet, kun je een vraagstuk inbrengen dat we gaan opstellen.
Dan ga je meteen van belemmering naar bevrijding.
Je kunt ook gewoon komen kijken.
Klik op Een Date met je Ziel’.
We zien je graag!
P.s.3:
Opstellingen in Utrecht (Nieuwegein) en Friesland (Heerenveen)
Woon je in Utrecht of in Friesland?
Stap dan gewoon in je auto en kom naar Nieuwegein of naar Heerenveen voor een familieopstelling.
Je bent hier precies aan het juiste adres voor een opstelling.
Kun je meteen Bert Hellingers deze en gene zijde meemaken en in stapjes zien, hoe het werkt.
Iedereen heeft een ziel, maar bijna niemand weet hoe de ziel werkt.
Veel mensen zoeken een soulmate als partner, maar eindigen in een echtscheiding.
Veel mensen zoeken een baan met hart en ziel, maar belanden in een burn-out.
Wil je niet langer meer tegen de golven inroeien, maar je juist laten dragen op de golven van vertrouwen, dan ben je hier op het goede adres.
Misschien is er wel een manier, dat ook jij handiger gebruik kunt maken van Bert Hellingers deze en gene zijde?
P.s. 4: Het is mijn missie om bij jou het dekbed op te schudden.
Mijn ouders hebben het niet gered.
Ze zijn te vroeg overleden.
Het lukte hen niet om in verbinding met hun ziel te komen.
En aansluitend bij dit hoofdstuk lukte het hen niet om adequaat om te gaan met Bert Hellingers deze en gene zijde.
Misschien heb jij wel die lef.
De koffie en thee zijn warm en parkeren is gratis.
Klik op Afspraak maken.