Hoe zijn familieopstellingen ontstaan?
Vinden we antwoorden in de oudere boeken van Bert Hellinger?
Dit boek uit 1996 gaat over het systemische midden en heeft als titel: ‘Het midden voelt licht aan’.
Familieopstellingen zijn een bijzonder fenomeen.
Het wezen van een familieopstelling is zo wezenlijk anders dan het westerse goed of fout.
In essentie komt het erop neer, dat het de kunst is alle facetten in je hart te sluiten.
Dat hoeft niet te betekenen dat je het met alles eens bent.
Je kunt het zien, erkennen en een plek in je hart geven.
Als je dat wat toch al bestaat niet erkent, kan dat schadelijke gevolgen hebben voor een succesvol leven, voor je relaties en je gezondheid.
Dit is één van Bert Hellingers eerste boeken.
Daarmee reis ik terug naar de roots van opstellingen.
Als je dit boek leest, ontdek je dat dit boek de kraamkamer is van al zijn volgende boeken.
Ik vertaal zo’n 7 – 10 pagina’s per week.
Dit is deel 1: Inleiding en Voorwoord.
Voorwoord Bert Hellinger: “Het midden voelt licht aan”
Lieve lezers,
Bij aanvang wil ik u een paar aanwijzingen geven, hoe de hier gepubliceerde presentaties en verhalen met elkaar verbonden zijn. Ze staan aan het einde van een lange ontwikkeling en ze onthullen het zicht op het wezenlijke van mijn gedachten en acties tot nu toe.
In de vroege tachtiger jaren begon ik beter te kijken naar hoe het werkt als mensen zeggen, dat ze hun geweten volgen. Daarbij viel me op, dat velen die zich op hun geweten beroepen, iets zeggen en doen, dat ten koste van een ander gaat en hen schade toebrengt. Op deze manier heb ik gezien, dat het geweten niet alleen in dienst van het goede staat, maar ook in dienst van het slechte.
Zo kreeg ik achterdocht naar het respect, dat onze cultuur voor het geweten heeft. Wat ik ook verdacht vond, was dat de westerse verlichting stopt bij het geweten en dat vele religieuze ideeën die vroeger angst en afschuw verbreidden, nu meer naar het geweten lijken te zijn verschoven en daar als een taboe onschendbaar zijn.
In de loop van de tijd realiseerde ik me, dat het geweten iets gewoons is, iets instinctiefs. Dat het, net als andere drijfveren, binnen bepaalde grenzen een relatiebevorderende en relatiebeschermende rol speelt en dat het buiten deze grenzen faalt. Want, binnen de grenzen van een kleine groep rechtvaardigt het geweten zelfs de ergste daden en werkt het zelfs verschrikkelijk, zoals bij oorlogen.
Daarom bleken de verheven doelen die aan het geweten werden toegeschreven als morele autoriteit al snel de doelen te zijn van een geïsoleerde groep, die met behulp van het geweten tracht de superioriteit van haar eigen groep ten opzichte van andere groepen te vestigen, met alle verschrikkelijke gevolgen die daaruit voortvloeien voor de relaties tussen de groepen.
Nauw verwant aan het geweten zijn alle gevoelens van schuld en onschuld. Ook hier is het zeldzaam, dat vele erge daden meestal vergezeld gaan met een gevoel van onschuld en goede gevoelens met vaak met een schuldgevoel. Zo werd me duidelijk, dat de gevoelens van schuld en onschuld alleen binnen bepaalde begrenzingen behulpzaam zijn en dat schuld en onschuld niet hetzelfde zijn als fout en goed. Ook hier begon ik er beter naar te kijken.
Wat me opviel, was dat er vele manieren zijn om schuld en onschuld te beleven en dat ze verschillende doelen dienen, zoals verbinding en balans. Deze doelen vullen elkaar aan en ze spreken elkaar ook tegen, zoals ongeveer bij gerechtigheid en liefde. Zo wordt onschuld aan de kant van rechtvaardigheid vaak schuld aan de kant van liefde en vice versa.
Toen ik onderzoek deed naar deze verbanden, ontstond langzaam de presentatie ‘Schuld en onschuld in relaties’. Daar heb ik ongeveer een jaar aan gewerkt en telkens weer onderbroken om nieuwe ervaringen op te doen en deze te verifiëren. Voortbouwend op deze inzichten gaf ik in het volgende jaar een lezing over ‘De grenzen van het geweten‘.
Toen ik deze lezing voor de eerste keer gaf, was het nog lang niet af, omdat ik een aantal wezenlijke verbanden nog niet had gelegd. De doorbraak kwam, toen ik in verband met generatieoverstijgende verstrikkingen inzag, dat we behalve het geweten dat we voelen, een onbewust geweten hebben, waarvan je alleen de effecten merkt. Dit onbewuste geweten dient andere dynamieken dan de dynamiek van het bewuste geweten en vaak overtreden wij de dynamieken van het onbewuste, doordat we het bewuste geweten volgen.
Tragische verstrikkingen in de familie, zware ziekten, psychosen, ongelukken, zelfmoord, misdaden, verzaken en onbegrijpelijke verzoening en angst hebben te maken met de spanning tussen het bewuste en het onbewuste geweten en met de spanning tussen kleinere en grotere dynamieken die ze dienen.
Pas toen deze verbanden me duidelijk werden, kon ik de lezing over De grenzen van het geweten afmaken. Daarna kon ik ook de dynamieken beschrijven achter de verschillende gewetens. Dat heb ik weer een jaar later gedaan in de lezing ‘De dynamieken van de liefde‘.
Later heb ik deze lezing nog aangevuld en uitgebreid. In het eerste deel werden de dynamieken van de liefde tussen ouders, kinderen en in de gemeenschap beschreven en in het tweede deel de dynamieken van de liefde tussen man en vrouw in relatie tot het ondersteunende geheel. Daar wordt aangetoond, hoe de dynamieken van de liefde in het religieuze domein tegen grenzen aanlopen en niet overdraagbaar zijn.
Daarmee zeg ik ook iets over wat in het algemeen bij het geweten meebeweegt, maar aan de andere kant van de verschillende gewetens ligt. Wie afgestemd is op de wereld en erin toestemt dat de wereld is zoals het is, weet wat schade aanricht of helpt en wat goed is of fout. Hij volgt dit geweten ongeacht wat anderen zeggen, pro of contra, omdat hij synchroon met de wereld loopt. Hij berust in zijn midden, in evenwicht, tegelijkertijd gefocust en toegewijd. Dit midden voelt licht aan. Alle lezingen draaien om dit midden en leiden erheen. Daar komen we tot rust en we ervaren ons ontspannen en heel.
Ook mijn verhalen draaien om dit midden en om een verborgen dynamiek, die aan gene zijde van geweten en schuld het scheidende verenigt.
Het zijn therapeutische verhalen. Een aantal van hen zijn een parodie. Ze doorbreken het taboe om preciezer waar te nemen en leggen de bedrieglijke of donkere kant van sprookjes en verhalen bloot, zoals bijvoorbeeld in De vergissing, De liefde, Het geloof, Het einde en Tweeërlei geluk.
Andere verhalen hebben al effect, terwijl we ze lezen. Zo beginnen we wellicht al bij het lezen het verleden te laten rusten en ons te focussen op het volgende deel. De verhalen die hierbij horen zijn De herberg, De ommekeer, Het inzicht, Het afscheid, Het feest.
Andere verhalen zijn met me meegegroeid en ik met hen. Het zijn verhalen, die het laatste raken. Ze nemen je mee op het pad van kennis tot aan de grenzen, zonder angst en zonder tanen. Hierbij horen de verhalen Twee wetens, De volheid, De leegte, Het gelijke, Het antwoord, De spelers, Dat niet.
Net zoals de lezingen, zijn ook de verhalen gedurende meerdere jaren ontstaan en werden ze getest en verdiept door ze herhaaldelijk te vertellen.
Voor dit boek zijn de aangevuld en opnieuw gerangschikt. Op deze manier zijn er 3 verzamelingen ontstaan: Verhalen die je aan het denken zetten, Verhalen die veranderen en Verhalen over geluk. Op deze manier vindt verdieping plaats van mijn lezingen en gaan ze op een ander niveau verder. Daarom wissel ik lezingen en verhalen met elkaar af.
Hoe komt het boek aan zijn titel? Daartoe vertel ik een verhaaltje.
Iemand vroeg een oude docent: “Hoe doe je dat, dat je anderen helpt? Soms komen er mensen bij je die je raad vragen over onderwerpen waarvan je maar weinig weet. Maar daarna gaat het beter met ze”.
De leraar antwoordde: “Het ligt niet aan dat wat je weet, als iemand op zijn pad halt houdt en niet meer verder wil. Want hij zoekt zekerheid over waar moed nodig is en waar vrijheid, zodat het juiste hem geen keuze meer laat. Zo loopt hij in cirkels”.
Maar de leraar weerstaat voorwendsels en schijn. Hij zoekt het midden op en wacht daar gefocust -als iemand die de zeilen hijst- of er een woord is dat hem bereikt, dat werkt.
Als de ander naar hem toe komt, zal hij vinden waar hij heen moet en het antwoord is voor beiden. Beiden zijn luisteraars. En hij voegde toe: ‘Het midden voelt licht aan’.
Het midden voelt licht aan, als je het de tijd geeft mee te bewegen. Ze ontvouwt haar werkzaamheid makkelijker, als je de lezingen en de verhaaltjes leest, dan dat je ze innerlijk zou horen.
Ik wens u bij het lezen bevrijdende inzichten en een lichtheid, die komt uit het afgestemd zijn op het midden.
Getekend: Uw Bert Hellinger.
Voorwoord tot de uitgebreide oplage.
(De eerste druk in 1996 werd in 2001 uitgebreid met 2 hoofdstukken).
Wij ervaren de ziel als bij ons horend, bijvoorbeeld in het persoonlijke geweten, en ook als een van buiten komende kracht die ons aanstuurt, zoals bij het geweten van een gemeenschap. En we ervaren haar ver overstijgend als de grote ziel die aan ruimte noch tijd gebonden is, als kracht die ons voor iets groters in dienst neemt.
In de vroegere lezingen over dit boek klonk de werking van de grote ziel wel door, maar sindsdien heb ik het zowel in het leven als in de psychotherapie meer aangekeken en ik heb erover nagedacht.
Daaruit zijn twee hoofdstukken ontstaan: Liefde en ziel, Leven en dood en Psychotherapie en religie. Ze zijn opgenomen in deze oplage.
Ze vullen eerdere lezingen aan en leiden naar grenzen die ik niet meer durf te overschrijden. Maar ik nodig u uit om samen met mij tot aan deze grenzen te gaan.
Getekend: Bert Hellinger.
P.s.: Wil je de kracht van ziel en bezieling ervaren?
Dan is Bezieling in 1 Dag een perfecte mogelijkheid.
Het is een date met je ziel op een lichtvoetige manier.
Je ontvangt een TomTom dat je de rest van je leven helpt.
Aan het einde van deze dag constateer je: ‘Oh, zit dat zo?’
Cheers,
Bodo