Wat gebeurde er met Prinsjesdag?

Dit jaar met Prinsjesdag geen extravaganza noch trompetgeschal. Ook geen designjurken of Goddelijke hoofdcreaties. De gouden koets schitterde door afwezigheid, de Ridderzaal bleek ongeschikt en zelfs het driewerf hoera voor de majesteit na het voorlezen van de troonrede verstomde. Maar voor alles wat ontbrak zijn er des te meer vraagtekens.

Terwijl Koningin Máxima zwijgend naast onze voorlezende vorst zat, sprak haar jurk des de luider, want het was een tweedehandsje, voor deze gelegenheid door een okergeel verfbadje gehaald, zodat het een ensemble vormt met de kleuren van de troon.

Wat gebeurde er dit jaar met Prinsjesdag, gemeten langs één van de drie meetlatten van systemisch werk, namelijk de balans van geven en nemen?

Niet alleen Nederland is geschokt door de gevolgen van Corona, de hele wereld verkeert in shock. Terwijl Trump al maanden lang victorie kraait met oplossingen die de medische wereld beschaamd naar het pluche tapijt doen kijken, proberen meerdere partijen een vaccin te ontwikkelen,

Zodra het gaat om het reproductiegetal, kijkt iedereen hoopvol naar de premier. Op deze derde dinsdag van september kijken wij net zo hoopvol naar onze Koning, omdat hij de Nederlandsche Kroon draagt en daarmee samen met Koningin Máxima de Nederlandsche ziel belichaamt.

Beseffend, dat ook hij meer vragen dan antwoorden heeft wordt hij toch geacht net wat meer dan wij te beseffen. Met nog drie alinea’s te gaan deed hij dat misschien wel met het uitspreken van deze zin:

“Leden van de Staten-Generaal,

De coronacrisis stelt ons ernstig op de proef in alles wat van waarde is: gezondheid, werk, familie en vriendschappen. En we realiseren ons: juist nu wordt gezamenlijkheid en verantwoordelijkheid gevraagd.”

Ineens wordt alles meer waardevol. Een feestje, een bruiloft of een begrafenis, uit eten, naar de bioscoop of winkelen, naar het strand, op vakantie gaan en zelfs buiten in de frisse lucht lopen.

WO II werd 75 jaar geleden beëindigd. Het einde van de oorlog markeerde het begin van grote voorspoed. De vraag is in hoeverre geven en nemen nog in balans zijn? Zijn we doorgeschoten?

Toen mijn ouders hun eerste huis kochten, lagen ze er zo’n zeven jaar krom voor en moesten ze echt de tering naar de nering zetten. Het was toen vanzelfsprekend, dat je krom lag om zo iets groots als een huis te kopen. Om iets groots als een huis te bezitten moest je een groot offer brengen.

In de jaren zeventig was er enorme inflatie. Ik kan me nog herinneren, dat mijn vader zich op de dijen van het lachen sloeg, omdat hij er meerdere procenten salaris bijkreeg, zonder dat er sprake was van een tegenprestatie. Hij ontving meer geld, zonder er een offer voor te brengen. Daarmee werd de relatie tussen geven en ontvangen losgelaten.

In de jaren tachtig gingen veel moeders parttime aan het werk en in de negentiger jaren groeiden de huizenprijzen tot in de hemel. Ondertussen werden de hypotheekverstrekkers geschoold. Banken namen afscheid van hun intrinsieke waardigheid en kozen quick cash to be their future king met beleggingshypotheken als their flagstore. Banken vaarden er wel bij door de afstand tussen geven en nemen nog verder te vergroten.

Het krom liggen is verdwenen, we zijn bij elke aanschaf trots rechtop gaan lopen, we voelen ons gesteund door kennis van het web, kunnen elk moment al append bevestiging krijgen en verkondigen dat we er vooral niets voor hebben hoeven doen. Het ‘het komt je toe virus’ slaat alom toe en is nog eens aangewakkerd door The Secret.

Al met al kun je de afgelopen jaren exponentieel meer geld krijgen zonder het gevoel te hebben, dat er je er iets voor moet doen of laten, al is het dankbaar zijn en dankjewel zeggen.

De jongeren lachen me nu massaal uit, maar wij gingen hen voor. Zo’n dertig jaar geleden kostte een retourtje Barcelona € 500,-, nu vlieg je voor vijf tientjes op en neer. We nemen en masse de bus met vleugels, als we een huis kopen kan die keuken echt niet meer en als we dan toch al bezig zijn klappen er er ook even een nieuwe badkamer in en een flatscreen met soundbar.

Prinsjesdag 2020 is een keerpunt. De afgelopen 75 jaar is er naar verhouding zo veel geld beschikbaar gekomen, dat het nu letterlijk niets meer waard is. Het klotst gewoon tegen de vensterbanken omhoog en fietst onder het raam van je bank door naar buiten. Als geld zijn waarde verliest, dan verliest alles wat je aanschaft daarmee zijn intrinsieke waarde.

Wat is er dan anno 2020 nog waardevol?

Waardigheid, het is de menselijke waardigheid.

Hoe zou de wereld eruit zien als we het initiatief nemen om geven en ontvangen meer met elkaar in evenwicht te brengen?

Het is toch menselijk onwaardig om te denken dat je ermee wegkomt, met zo’n retourtje Barcelona voor vijf tientjes? Hoe zou het zijn om bij de aanschaf van een vliegticket alles in ogenschouw te nemen, wat we van de aarde onttrekken, dus echt alles wat moeder aarde ons in haar goedertierenheid schenkt?

Als we daar bovenop alles aankijken en vergoeden wat we haar aan schade toebrengen, wat wordt dan de prijs van een ticket? Op en neer naar Barcelona kost met de auto inclusief péage, hotel en versnaperingen zo’n € 750,- en je bent 24 uur onderweg, dus lijkt me € 1.500,- heel redelijk.

Wedden, dat de circulaire economie dan een mega boost krijgt? Mijn opa en oma gooiden trouwens niets weg. Er werd geen eten weggegooid en voor overtollige spulletjes werd een goede bestemming gekozen. Dat vonden zij logisch. Sterker nog, dat vonden zij hun plicht. Wij hebben deze verplichting helaas losgelaten.

Overigens laten wij net zo makkelijk onze ouderen los. Op welke manier gedragen wij ons menselijk waardig, als we ze in hun eentje heen laten gaan? Over elk mens is er toch iets goeds te zeggen? Deze maatschappij komt uit hun handen voort. Daarmee dragen zij ons op hun handen. Hoe mooi zou het zijn, als wij hen bij het heengaan op onze handen dragen, zodat ze niet creperend en eenzaam heen hoeven gaan, maar liefdevol en samen omringd?

Dan krijgt alles weer zijn intrinsiek waarde.

Waar je ook mee rondloopt.

Je hoeft het niet alleen te doen.

Klik op We kunnen het samen doen.

Cheers,

Bodo